Spreekbeurt
Kies een geschikt onderwerp dat je intereseert en waarover je veel kan vertellen.
Begin ruim van tevoren met de voorbereiding.In een avond red je het niet.
Verzamel folders, tijdschriften en artikelen over jouw onderwerp (boeken thuis of in de bibliotheek, internet, documentatie opvragen bij een instelling, praten met iemand die er veel over weet).
Lees alle informatie goed door en maak aantekeningen voor jezelf.
Waarschijnlijk heb je teveel informatie.
Maak een selectie van wat je leuk vindt om te vertellen aan de klas.
Deel je spreekbeurt op in kleinere onderwerpen.
Denk ook aan 'vragen stellen' en 'voorwerpen rond laten gaan'.
Zoek materiaal dat je kan helpen bij je spreekbeurt om aan de klas te laten zien (foto's, plaatjes, posters, video).
Schrijf je spreekbeurt helemaal op en lees deze een paar keer voor.
Maak nu een puntenlijstje of samenvatting aan de hand van wat trefwoorden (dit kan je straks als 'spiekbriefje' gebruiken)
Probeer de spreekbeurt uit je hoofd te doen.
Oefen je spreekbeurt heel goed voor je ouders, broer of zus, eventueel voor de spiegel.
Controleer ook de tijdsduur.
Vergeet op de dag van je spreekbeurt niet je spiekbriefje en ander materiaal mee te nemen.
Stop briefjes in je boeken met plaatjes die je wilt laten zien.
Kijk tijdens de spreekbeurt goed naar je klasgenoten (en zo min mogelijk naar je spiekbriefje).
Laat liever geen spulletjes rond gaan tijdens de spreekbeurt, maar beter aan het eind.Je klasgenoten zullen dan beter opletten.

Checklist spreekbeurt